Extra Algemene Informatie

Extra Algemene Informatie

Rendement

Het rendement van een kachel is het deel van de verbrandingswarmte dat de kachel daadwerkelijk afgeeft om de ruimte te verwarmen. De rest van de warmte gaat verloren. Het rendement wordt altijd uitgedrukt in een percentage. Als een kachel een rendement heeft van 80 procent, dan verdwijnt 20 procent van de warmte door de schoorsteen naar buiten.

Nominaal vermogen

Alle kachels die wij verkopen zijn getest in de gedeeltelijke belasting en voldoen aan de regelgeving 15a (Oostenrijk). Dit betekent dat een houtkachel zelfs op halve kracht een schone verbranding heeft terwijl deze nog steeds voldoet aan strenge emissienormen. Daarom wordt het vermogen bijvoorbeed zo aangegeven: 4-8kW. Houd er rekening mee dat het nominale vermogen bij de hoogst genoemde waarde ligt (in dit geval op 8kW).

Vermiculiet

De basisgrondstof voor de productie van deze isolatie is vulkanisch gesteente dat bestaat uit siliciumoxide en aluminiumoxide. Dit basisproduct wordt vermalen en opgewarmd waardoor de korrels uitzetten en zo hun isolerende eigenschappen bekomen. Dit is te verkrijgen in de vorm van platen of korrels. Het is ook zeer gemakkelijk te verwerken.

Een voordeel ten opzichte van chamotte is het lage gewicht en gladdere oppervlak.. Verder is de stabiliteit hoger dan chamotte. Door het warmteafstotende effect van het materiaal verhoogt het de verbrandingstemperatuur, hierdoor wordt de uitstoot verbetert.

Chamotte - Vuurvaste klei

Chamotte is een hittebestendige halffabricaat met 10 tot 45% aluminiumoxide. Primair is het doel van chamotte het opslaan van de warmte en ook de bescherming van de kachel voor directe blootstelling aan de vlammen. De fracties tot 2 mm of groter worden gebruikt in de vuurvaste industrie. Vanwege het Al2O3 (aluminiumoxide) gehalte van chamotte, dat 45% bedraagt, heeft het een hittebestendigheid tot 1300°C  (zie ook Wikipedia).

Primaire luchttoevoer

Primaire lucht is de lucht die door het rooster de verbrandingsruimte binnen komt. Dit is in het algemeen vereist in de opwarmingsfase en tijdens de verbranding van bruinkool en steenkool. Bij houtverbranding moet na de opwarmfase de primaire luchttoevoer gesloten worden.

Secundaire toevoer (schone ruit beluchting)

Secundaire lucht komt aan de bovenzijde van de kachel binnen en stroomt langs de ruit naar beneden. Secundaire lucht is noodzakelijk voor de verbranding van hout. Met secundaire lucht worden de hete gassen naverbrand. En dit draagt bij aan een lage uitstoot van schadelijke gassen.

Tertiaire lucht

De tertiaire lucht zorgt voor een optimale verbranding bij het gebruik van hout en bruinkoolbriketten. Met de extra tertiaire lucht wordt een nog betere en lagere emissie bereikt.

Externe luchttoevoer

Dit wordt toegepast in moderne huizen waarin een centraal ventilatiesysteem aanwezig is, of in een leefkeuken voorzien van een afzuigkap. Door het gebruik van de afzuigkap of het centraal ventilatiesysteem ontstaat er onderdruk en draait de richting van de giftige afvalgassenstroom en komen er bij het openen van de brandkamerdeur giftige gassen in de woonkamer. Met externe luchttoevoer wordt de benodigde lucht van buiten aangevoerd en wordt het delicate samenspel van beluchting en ventilatie niet verstoord.

Houtkachel met "Dauerbrand"

Dit is een kachel geschikt voor continu gebruik. Dan is hij niet tegelijkertijd voor Dauerbrand toegelaten. De kachel mag continue branden, maar mag nooit worden gebruikt als enige verwarming.

Kachels volgens DIN 18890 (Dauerbrand functie)

Dit zijn houtkachels voor vaste brandstoffen zoals hout, bruinkoolbriktetten en sommige modellen zelfs kolen, maar geen cokes. Dauerbrand houtkachels volgens DIN 18890 zijn toegelaten als zelfstandige verwarming. In combinatie met automatische beluchting kunnen deze kachels ook 's nachts branden zonder brandstof bij te hoeven vullen. Dauerbrand is niet mogelijk met hout, omdat hout altijd met voldoende lucht moet worden gestookt om roetontwikkeling te voorkomen.

Kachels volgens DIN 18891

Zijn kachels voor vaste brandstoffen, zoals hout, houtbriketten en sommige modellen ook bruinkoolbriketten. Kachels volgens DIN 18891 zijn uitsluitend bedoeld als bijverwarming. Een naar DIN 18891 toegelaten kachel mag niet als hoofdverwarming continue worden gebruikt.

Kachels volgens DIN 18895

Zijn inzethaarden voor vaste brandstoffen zoals hout, houtbriketten en sommige modellen ook bruinkoolbriketten. Kachels volgens DIN 18891 zijn uitsluitend bedoeld als bijverwarming. Een naar DIN 18891 toegelaten kachel mag niet als hoofdverwarming coninue worden gebruikt.

Kachels volgens EN 13240 (voorheen DIN 18890 en DIN 18891)

Zijn vrijstaande kachels of in te bouwen haarden zonder functionele wijzigingen* voor vaste brandstoffen als hout, kolen of bruinkoolbriketten, maar geen cokes. Voor de nieuwe Europese norm EN13240 zijn zowel portable kachels zowel de Daurbrand (voorheen DIN 18891) als de Dauerbrand (voorheen DIN 18890) gedefinieerd.

Of de kachel voor Dauer of Zeitbrand toegestaan is, moet duidelijk op het typeplaatje vermeld staan.

* Zonder functionele wijziging betekent dat een verandering in de bekleding de warmteafgifte verandert, maar dat het de verbranding niet beïnvloedt.

Met de nieuwe norm DIN EN 13240 worden DIN 18891 vervangen. De Europese norm schrijft nu een duidelijke identificatie voor op het typeplaatje als de kachel voor Daurbrand of Zeitbrand geschikt is.

Haarden volgens EN 13229 (voorheen DIN 18895)

Zijn open haarden (warme lucht inbouwcassettes) voor vaste brandstoffen, die in een nis zijn ingebouwd of met bekleding ingebouwd worden. Voor de nieuwe Europese norm 13229 worden inzethaarden gedefinieerd voor zowel Zeitbrand als Dauerbrand. Of een haard geschikt is voor Zeitbrand als Dauerbrand moet duidelijk op het typeplaatje zijn vermeld. De Europese norm DIN 13229 vervangt de 18895

Haarden volgens EN 12815

Zijn haarden voor vaste brandstoffen, waarvan de belangrijkste functie is om te koken en de andere functie is de ruimte te verwarmen.

NEN 6062

Deze norm geeft een methode voor de bepaling van de brandveiligheid van rookafvoervoorzieningen van stook- en verbrandingstoestellen voor zover de inwendige middellijn ten hoogste 300 mm bedraagt.

Speksteen

Speksteen is 2,8 miljoen jaar geleden ontstaan doordat talk en magnesiet zich onder hoge druk met andere mineralen heeft verbonden. Bijzonder opmerkelijk is de uitstekende warmteopslag. De belangrijkste gebieden voor de winning van speksteen is in Scandinavië en Brazilië.

Automatische Secundaire beluchting

Dit regelt voor de verbranding de benodigde luchtstroom automatisch en houdt de eenmaal ingestelde warmte vast en zorgt tegelijkertijd voor een optimale verbranding met minimale uitstoot. Dit is echter beperkt indien u stookt op hout. Omdat hout altijd wordt gestookt met voldoende secundaire lucht om roetontwikkeling te voorkomen.

Automatische primaire beluchting

De thermische regelaar opent en sluit automatisch, afhankelijk van de temperatuur van de kachel, de primaire luchttoevoer. Dus de eenmaal ingestelde warmte blijft vrijwel constant.

Pellets

Houtpellets zijn kleine korrels die gemaakt zijn van onbehandeld zaagsel of houtkrullen. Ze zijn lang 10 tot 30 mm, een diameter van 6-8 mm en zijn vrij van chemische bindmiddelen. Houtkorrels kunnen worden gebruikt in speciale pelletkachels.

Convectiewarmte

Convectiewarmte - warme lucht is lichter is dan koude lucht en daardoor stijgt het op. De van de onder in de kachel instromende lucht wordt in de kachel verwarmt en geeft de verwarmde lucht boven weer af. De warme lucht stijgt, koude lucht daalt neer, de kachel trekt de lucht van onderen weer aan. Deze cyclus verwarmt de lucht in de kamer snel, economisch en gelijkmatig, dergelijke kachels werken uiterst efficiënt.

DIN Plus

Bij DINplus is er onderscheid met DIN-getest, de standaard norm. DIN-plus geeft informatie over de vereisten die buiten de standaardkwaliteit een product kenmerkt. Houtkachels met DIN-plus hebben een zeer lage uitstoot en een duidelijk hoger rendement als vereist.

Stuttgarter - Regensburger Norm, Munchner Anordnung

Vanwege de bijzondere geografische ligging van vele steden (stedelijke gebied, dal) zijn er specifieke normen voor uitlaatgassen van kachels vastgesteld. De grenzen zijn bijzonder streng. De CO-gehalte van de uitlaatgassen mag bij nominaal vermogen van de kachel onder testomstandigheden niet hoger zijn dan de overeenkomstige DIN norm

O-Norma / 15aB-VG

De basis voor de 15aB kenteken is een voor Oostenrijk positieve test door erkende testlaboratoria. Deze test vereist afhankelijk van het type kachel, vermogen en brandstof een minimaal rendement en uitstoot voor zowel op volledig vermogen als op half vermogen. Dit betekent dat de kachel zelfs bij half vermogen een schone verbranding heeft terwijl hij hierbij voldoet aan de strengste emissienormen.

DIN 1298 / DIN EN 1856-2

Is de standaard voor kachelpijpen volgens DIN 1298 in combinatie met DIN EN 1856-2 en stelt de norm voor starre verbindingselementen en fittingen vast. Deze DIN-norm geldt voor verbindingen in gebouwen voor afvoer van uitlaatgassen van kachels.

Vereiste druk

De vereiste druk is het drukverschil tussen de druk in de woonkamer en de druk van de uitlaatgassen in het rookkanaal van de kachel, die noodzakelijk is voor de functie van de kachel.

Uitlaatgasstroom

De uitlaatgasstroom is de hoeveelheid lucht en de hoeveelheid brandstof die vermengd door de schoorsteen afgevoerd wordt. Een kachel haalt een bepaalde hoeveelheid lucht uit de kamer die nodig is voor verbranding.

Uitlaatgassen

De uitlaatgastemperatuur is de temperatuur die de rookgas in het rookkanaal heeft. De voor de opgegeven kachel aangegeven temperatuur is gemeten in een laboratorium tijdens de DIN-test.

-/-

  • keurmerk
© 2010 - 2024 3x8kachelwinkel | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel